Uitgerekend in het jaar waarin Stef Selfslagh zijn vader verliest, moet hij ook afscheid nemen van zijn zoon. Figuurlijk dan toch. Camu, de zoon in kwestie, heeft immers de pubergerechtigde leeftijd bereikt. Met alle ‘ik ben hier wegs’ en ‘laat mij nu toch eens fucking gerusts’ van dien.
Even overweegt Stef om er gewoon mee te stoppen, met de opvoeding. In de plaats daarvan schrijft hij zijn zoon een lange brief. Over hun gedeelde liefde voor taal, Colombiaanse wenkbrauwen en M&M’s. Over hun tweepersoonstrip naar Miami. Over nisnikan, het minst principiële woord in de Nederlandse taal. Over walvisvaders en dopsleutelsetvaders. Over de parallellen tussen volwassenheid en voetschimmel. Maar vooral: over de meedogenloze spiegel die zijn opgroeiende zoon hem voorhoudt.
Nisnikan is het ontwapenende coming-of-ageverhaal van een vader die op hetzelfde moment als zijn zoon volwassen wordt. Die het liefst van al zou vasthouden, maar leert dat hij moet loslaten.